trouwgeval
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trouwgeval (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trouw·ge·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trouwgeval | trouwgevallen |
verkleinwoord | trouwgevalletje | trouwgevalletjes |
Zelfstandig naamwoord
het trouwgeval o
- een gebeurtenis waarbij mensen met elkaar trouwen
- beschrijving van één speciaal huwelijk
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'trouwgeval' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.