• tro·pen·arts
enkelvoud meervoud
naamwoord tropenarts tropenartsen
verkleinwoord

de tropenartsm

  1. (medisch) een arts die gespecialiseerd is in tropische ziekten
    • Bepakt met grote tassen vol antimuggenmiddel vlogen tropenarts in opleiding Marijn van Berckel en verpleegkundige Geeske Duyzings gisterochtend naar Paramaribo. Ze gaan behalve het middel ook 1400 condooms uitdelen in Zuid-Amerikaanse landen waar het zikavirus heerst.[2] 
  2. (medisch) een arts die gespecialiseerd is in het werken met beperkte middelen in arme landen
    • De arts internationale gezondheidszorg, vroeger bekend als de tropenarts, dreigt te verdwijnen. Vijf van de 24 ziekenhuizen waar de artsen hun opleiding volgen, stopten al met de begeleiding omdat zij geen geld ontvangen van de overheid, schrijft Trouw.[3] 
    • 'De dictator Idi Amin was al even verjaagd, maar de herinnering aan hem nog zeer levend, toen ik in Oeganda mijn eerste ervaring opdeed als tropenarts, voor Artsen zonder Grenzen. Ik kwam in Moyo terecht, op de grens met Soedan, waar een totaal vervallen ziekenhuisje stond. 'We deden vooral bevallingen en eenvoudige operaties, zonder elektrisch licht, en behandelden veel zieke kinderen. Mijn voorganger had geen kans gezien mij in te werken, dus toen ik mijn allereerste ronde langs de bedden deed, was ik vooral aangewezen op de papieren dossiers die aan het bed hingen.[4] 
  • arts internationale gezondheidszorg
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf ANNA MEES 21 jun. 2016
  3. de Telegraaf 09 jan. 2018
  4. Volkskrant Margreet Vermeulen 20 januari 2018