trompetsoloen
- trom·pet·so·lo·en
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
trompetsoloen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van trompetsolo
- trom·pet·so·lo·en
trompetsoloen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van trompetsolo
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
trompetsoloen
trompetsoloen