tripartite
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tripartite (hulp, bestand)
- IPA: /tripɑrˈtitə/
Woordafbreking
- tri·par·ti·te
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans tripartite (met het voorvoegsel tri-)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tripartite | tripartites |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de tripartite v
- (België) driepartijenregering
Gangbaarheid
- Het woord tripartite staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tripartite" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
Woordafbreking
- tri·par·tite (afbreking leidend tot een of twee tekens aan het begin van een regel wordt ontraden)[1]
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn tripartitus "in drieën gedeeld"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | tripartite | tripartites |
vrouwelijk | tripartite | tripartites |
Bijvoeglijk naamwoord
Overerving en ontlening
Verwijzingen
- ↑ 'tripartite' op website: plumefrancaise.fr; geraadpleegd 2016-10-25