triftongering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trif·ton·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van triftongeren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | triftongering | triftongeringen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de triftongering v
- (taalkunde) het verschijnsel dat een monoftong of diftong overgaat in een triftong
- Er was sprake van diftongering en triftongering.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'triftongering' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.