Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tri·an·gu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord triangulatie triangulaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de triangulatiev

  1. meetmethode die gebruikmaakt van het feit dat een driehoek volledig bepaald is als één zijde (de basis) en de aanliggende hoeken bekend zijn
     In winkelcentra bijvoorbeeld is het ook mogelijk dat de aanbieder via WPS (Wifi Positioning System, zoals triangulatie met diverse access points op basis van de wifi-signaalsterktes) je route doorheen de winkel(s) volgt. 'Gratis' met aanhalingstekens dus.[3]
     Aan apps die je telefoon kunnen opsporen op basis van z’n gps-coördinaten en positie ten opzichte van bepaalde zendmasten (triangulatie) is geen gebrek.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. triangulatie op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Zo ga je veilig online op een openbaar wifi-netwerk” (11 mrt. 2016), De Telegraaf
  4.   Weblink bron
    Michel van der Ven
    “Gsm kwijt en beltoon uit? Zo laat je ’m rinkelen” (08/08/2012), De Standaard
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be