treincoupé
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: treincoupé (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trein·cou·pé
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trein en coupé
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | treincoupé | treincoupés |
verkleinwoord | treincoupeetje | treincoupeetjes |
Zelfstandig naamwoord
de treincoupé m
- (spoorwegen) een coupé in een trein.
- ▸ Er waren duidelijke redenen voor dat hij deze korte discussie in een treincoupé tussen Katrineholm en Skôvde nooit vergeten was. Het was de eerste keer dat hij voor zichzelf moest erkennen dat hij kansloos verslagen was in een discussie. Of meer nog — ze had hem ervan overtuigd dat hij ronduit fout zat.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord treincoupé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149