treinbestuurder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trein·be·stuur·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trein en bestuurder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | treinbestuurder | treinbestuurders |
verkleinwoord | treinbestuurdertje | treinbestuurdertjes |
Zelfstandig naamwoord
de treinbestuurder m
- (beroep) (spoorwegen) een bestuurder van een trein
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord treinbestuurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.