• trap·veld·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord trapveldje trapveldjes

het trapveldjeo dim. tant.

  1. een veldje waar men op kan voetballen
    • Het trapveldje ligt op loopafstand van hun huis. 

het trapveldjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trapveld