Nederlands

 
trapboot
Uitspraak
Woordafbreking
  • trap·boot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trapboot trapboten
verkleinwoord trapbootje trapbootjes

Zelfstandig naamwoord

de trapbootv / m

  1. (scheepvaart) is een vaartuig met een aandrijving zoals op fietsen toegepast. Met deze constructie kan men over het water voortbewegen door middel van het trappen op pedalen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie