transcurra
vervoeging van |
---|
transcurrir |
transcurra
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van transcurrir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van transcurrir
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van transcurrir