tranquilizase
vervoeging van |
---|
tranquilizar |
tranquilizase
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van tranquilizar (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van tranquilizar (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)