trankeer
- tran·keer
- ut het Antiliaans - Nederlands [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trankeer | trankeren |
verkleinwoord |
- omrastering voor vee gemaakt van wabitakken en/of cactussen
- Het woord trankeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.