trambaan
- tram·baan
- samenstelling van tram en baan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trambaan | trambanen |
verkleinwoord | trambaantje | trambaantjes |
- (verkeer) een van tramrails voorziene strook grond
- De trambaan maakt daar een bocht naar links.
- Het woord trambaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trambaan" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be