trajease
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van trajear
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van trajear
trajease
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van trajearse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van trajearse