tractuur
- trac·tuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tractuur | tracturen |
verkleinwoord | - | - |
de tractuur v
- (muziek) de aandrijving, die de mechanische acties van de bespeler doorgeeft naar de onderdelen in het orgel, die de acties moeten uitvoeren
- Het woord tractuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.