[1] goochelaar met hoge zwarte toverhoed
  • to·ver·hoed
enkelvoud meervoud
naamwoord toverhoed toverhoeden
verkleinwoord toverhoedje toverhoedjes

de toverhoedm

  1. meestal in de vorm van een hoge hoed; de hoed van een goochelaar, die hij gebruikt bij goocheltrucs, ook figuurlijk gebruikt
    • Nu ons land overstroomt met vluchtelingen en het risico op onrust toeneemt, is Rutte bang dat de politie het bijltje er bij neergooit. Om dat te voorkomen komt er een potje uit de toverhoed van Rutte.[2] 
    • Onder het motto 'Lezen is leuk'biedt de openbare bibliotheek alle basisscholen in Enschede het programma 'Rode Draad'aan. Dit project omvat een aantrekkelijk pakket voor de groepen 1 tot en met 8, dat het lezen moet bevorderen. Niet alleen met behulp van leuke boeken, maar ook met attributen als het letterwinkeltje, de toverhoed en -mantel en handpoppen.[3] 
  2. (hoofddeksel) een meestal puntige hoed, een magisch voorwerp van een tovenaar
    • Indiase spin lijkt sprekend op toverhoed uit Harry Potter: Pas ontdekte spin lijkt zo sterk op sorteerhoed uit Harry Potter dat hij ernaar is vernoemd.[4] 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 14 okt. 2015
  3. Tubantia 21-AUGUSTUS-2008
  4. NRC Lucas Brouwers 13 december 2016
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be