Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tor·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
torderen
tordeerde
getordeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

torderen

  1. Draaien zodat er een spiraalvorm ontstaat.
    • Het scherm van de laptop voelt niet erg stevig aan. Als je er druk op zet laat het zich makkelijk torderen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen