Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • top·zwem·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord topzwemmer topzwemmers
verkleinwoord topzwemmertje topzwemmertjes

Zelfstandig naamwoord

de topzwemmerm

  1. (sport) sporter die heel goed en snel kan zwemmen
     Ze hadden een groot Frans tweepersoonsbed, lagen urenlang naast elkaar met allebei een hand op haar buik en voelden hoe ik daarbinnen trapte. Antoine zei dat het met zulke trappen een topzwemmer zou worden. Alles had zo goed kunnen gaan.[1]
     "In het zwembad leert het kind precies wat te doen en waar hij aan toe is. En dat is een valkuil", zegt Alexander Hulleman, een topzwemmer, die trainingen geeft aan triatleten en openwaterzwemmers. "Want als iemand op zijn kop voorover in donker water kukelt, raakt hij gedesoriënteerd."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Weblink bron “'Als mensen angstig worden in zee, gedragen ze zich als een landdier'” (Maandag 19 augustus 2019), NOS