Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • top·jaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord topjaar topjaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het topjaaro

  1. een heel goed jaar
    • Smolders heeft een topjaar achter de rug. De 37-jarige ruiter uit Lage Mierde schreef als eerste Nederlander de Global Champions Tour op zijn naam. Hij had ook een groot aandeel in de winst van de Nederlandse springruiters in de Nations Cup. Op het EK in Göteborg reed Smolders op de rug van Don naar het zilver.[2] 
  2. een heel druk jaar
    • Op mbo-niveau is er vooral veel gebrek aan mensen met een zorgachtergrond. De tandarts is in die sector van plek één naar plek drie verdreven voor de verpleegkundige en de verzorgende ig. Volgens Randstad wordt 2018 een topjaar voor de arbeidsmarkt, met het laagste aantal werklozen in jaren.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 25 jan. 2018
  3. de Telegraaf 23 jan. 2018
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be