toornen
- toor·nen
toornen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toornen |
toornde |
getoornd |
zwak -d | volledig |
- ergens aan toornen: iets zodanig veranderen dat het beschadigd kan raken
- De zaak in Brunssum is uniek, omdat de vrouw van Windels plotseling overleed. De man kon daardoor niet wachten op toestemming van de gemeente, en besloot zijn vrouw toch alvast ter aarde te bestellen. De rechter wil daar voorlopig niet aan toornen. [2]
- Het IMF hamert er al langer op dat er in veel landen nog behoorlijk wat werk aan de winkel is om de economie sterker en weerbaarder te maken. Bovendien is juist de handel een belangrijke motor van de economische groei, daar kun je dus beter niet aan toornen. [3]
- Het woord toornen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toornen" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Chris Klomp & Raymond Boere 11-01-17 Dode vrouw mag voorlopig in eigen tuin blijven liggen
- ↑ HP de Tijd 17 APR 2018 ‘Veel mensen profiteren nog amper van groei’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be