toonaangevend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toon·aan·ge·vend
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tot voorbeeld strekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1921 [1]
- samenstelling van toon en aangevend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | toonaangevend | toonaangevender | toonaangevendst |
verbogen | toonaangevende | toonaangevendere | toonaangevendste |
partitief | toonaangevends | toonaangevenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
toonaangevend
- tot voorbeeld strekkend, model staand
- ▸ Onder Wiggers leiding groeide Introdans uit tot een "toonaangevend dansgezelschap dat ver over de grenzen befaamd werd", zei Berends toen hij Wiggers de Gelderse onderscheiding overhandigde.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord toonaangevend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toonaangevend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "toonaangevend" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Introdans-oprichter Ton Wiggers krijgt koninklijke onderscheiding en erepenning” (26 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be