• toe·zin·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toezingen
zong toe
toegezongen
klasse 3 volledig

toezingen

  1. ditransitief zich zingend tot iemand richten, gewoonlijk met lof
    • Hem werd door een bard een ode toegezongen. 
98 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be