Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·stroom·de

Werkwoord

vervoeging van
toestromen

toestroomde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toestromen
    • ... dat ik toestroomde. 
    • ... dat jij toestroomde. 
    • ... dat hij, zij, het toestroomde.