toeleven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toe bw en leven ww
Werkwoord
toeleven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toeleven |
leefde toe |
toegeleefd |
zwak -d | volledig |
- inergatief zich vol verlangen voorbereiden
- Hoe zou Nicolas Laforge naar de match van zondag tussen Anderlecht en Club toeleven?[1]
- Ondanks de uitslag hebben we het gewoon goed gedaan tegen PSV. Tot die rode kaart dan, toen was het klaar. Maar ik vind wel dat we vertrouwen kunnen putten uit die wedstrijd. Na Ajax hebben we het ook PSV lastig weten te maken met VVV. We kunnen in dat opzicht optimistisch toeleven naar ADO Den Haag.[2]
Typische woordcombinaties
- toeleven naar
Synoniemen
- uitkijken naar
Antoniemen
- opzien tegen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord toeleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toeleven" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ de Standaard 3 november 2017
- ↑ Tubantia Dennis van Bergen 20 oktober 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be