Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·be·reid·den

Werkwoord

vervoeging van
toebereiden

toebereidden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toebereiden
    • ...dat wij toebereidden. 
    • ...dat jullie toebereidden. 
    • ...dat zij toebereidden. 

Gangbaarheid