Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tjok·vol
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tjokvol tjokvoller tjokvolst
verbogen tjokvolle tjokvollere tjokvolste
partitief tjokvols - -

Bijvoeglijk naamwoord

tjokvol

  1. heel erg vol zodat er niets meer bij kan
    • In Japan worden nog reizigers in de tjokvolle trein geperst door conducteurs. 
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen