tijdsgebrek
- Geluid: tijdsgebrek (hulp, bestand)
- tijds·ge·brek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdsgebrek | |
verkleinwoord |
het tijdsgebrek o
- het onvoldoende tijd hebben om een bepaalde taak te verrichten
- ▸ Tijdsgebrek: Door een gebrek aan tijd en kennis bij de vreemdelingenpolitie, het Openbaar Ministerie en de Dienst Terugkeer en Vertrek worden zulke alternatieve middelen niet of te weinig toegepast, zegt de ACVZ. Vorig jaar werden zo'n 5000 vreemdelingen vastgezet.[1]
- ▸ De video's moeten ook een antwoord bieden op verschillende drempels die millennials zouden tegenhouden om vaker te kiezen voor groenten. Het gaat daarbij onder meer om tijdsgebrek, weinig culinaire inspiratie en gebrek aan kennis over groenten.[2]
- Het woord tijdsgebrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “"Vreemdelingen vaak onnodig vast"” (Woensdag 29 mei 2013), NOS
- ↑ Weblink bron “‘Groentes zijn de nieuwe sneakers’: zo promoot Vlaanderen gezonde voeding” (16-04-2019), Tubantia