• tijd·reis
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdreis tijdreizen
verkleinwoord tijdreisje tijdreisjes

de tijdreisv / m

  1. een echte of verbeelde reis door de tijd
    • Bij het lezen van een historische roman maak ik een soort van tijdreis. 
    • In veel sciencefictionverhalen komen tijdreizen voor.  
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be