tijdbestek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tijdbestek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tijd·be·stek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd en bestek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdbestek | tijdbestekken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het tijdbestek o
- een bepaalde tijdsduur of tijdperiode.
Gangbaarheid
- Het woord tijdbestek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.