tierelantijn
- tie·re·lan·tijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tierelantijn | tierelantijnen |
verkleinwoord | tierelantijntje | tierelantijntjes |
de tierelantijn m
- versiering, verfraaiing zonder verder nut
- Lantarenpalen verloren hun piëdestals en tierelantijnen en werden rechttoe-rechtaan cylindrische vlaggenmasten. [3]
- Op de kaart stonden eenvoudige gerechten, zonder veel tierelantijnen.
- Het woord tierelantijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tierelantijn" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "tierelantijn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tierelantijn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Cor Blok (2003). Beeldvertalen: De werking en interpretatie van visuele beelden. Amsterdam: Amsterdam University Press.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be