• tie·ner·leef·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord tienerleeftijd tienerleeftijden
verkleinwoord

de tienerleeftijdm

  1. de leeftijd tussen de 10 en de 20 jaar
     Volgens nog onbevestigde berichten zouden zowel het slachtoffer als de twee verdachten in de tienerleeftijd zijn.[1]
     De bevoegdheden mogen alleen worden ingezet in urgente gevallen. Het kan gaan om minderjarigen in de tienerleeftijd die plotseling verdwijnen, maar ook om mensen die zichzelf mogelijk van het leven willen beroven of dementerende ouderen.[2]


  1.   Weblink bron “Jongen gewond na steekpartij in Groningen, twee verdachten opgepakt” (24 aug. 2021), De Telegraaf
  2.   Weblink bron “Politie mag meer om vermiste te vinden” (19 juli 2017), Het Parool