Nederlands

 
tetrarch
Uitspraak
Woordafbreking
  • te·trarch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tetrarch tetrarchen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tetrarchm

  1. heerser over een vierde deel van het rijk
     Hij bewerkte Wilde's tekst, maar hield de essentie knap overeind: dit stuk gaat over de dunne grens tussen schoonheid en wreedheid, tussen erotiek en dood. Salomé is gefascineerd door de gevangen profeet, die niets van haar wil weten. Als haar stiefvader, de tetrarch, haar vraagt voor hem te dansen in ruil voor alles wat ze maar wil. Na afloop verlangt ze Johannes' hoofd.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

27 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. tetrarch op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Marian Buijs
    “House-prinses Salomé verveelt zich” (21 maart 2000), de Volkskrant
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be