Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·voe·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

terugvoeren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugvoeren
voerde terug
teruggevoerd
zwak -d volledig
  1. iets als oorzaak aanwijzen
     Het publiek zal de vrijlating terugvoeren op cellentekort.[2]
  2. teruggaan naar een eerdere tijd
     "Het is een ingewikkelde discussie", zegt Crone tegen Omrop Fryslân. "Mensen die het feest organiseren, hebben geen racistische bedoelingen. Er zitten kenmerken aan die op een ver verleden kunnen terugvoeren waarvan ik ook snap dat mensen daar gevoelig voor kunnen zijn."[3]
     Blinken herhaalde ook het Amerikaanse standpunt dat Rusland het principe schendt dat naties hun eigen beslissingen kunnen nemen. Rusland eist immers dat Oekraïne niet toetreedt tot de NAVO. ,,Als Rusland die principes ongestraft schendt, zou dat ons allemaal terugvoeren naar een veel gevaarlijker en onstabieler tijd, toen dit continent en deze stad (Berlijn) in tweeën werden verdeeld”, zei hij. ,,Toen de dreiging van oorlog boven ieders hoofd hing.”[4]
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
terugvaren

terugvoeren

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugvaren
    • ...dat wij terugvoeren. 
    • ...dat jullie terugvoeren. 
    • ...dat zij terugvoeren. 


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  3.   Weblink bron “Kick Out Zwarte Piet naar Friesland voor 'broer van Sinterklaas'” (06-02-2019), NOS
  4.   Weblink bron
    Bob van Huet
    “Russische landingsvaartuigen passeren Noordzee: ‘Wat betekent dit? Wat zit er in die schepen?’” (20-01-2022), Tubantia