terugkomen
- Geluid: terugkomen (hulp, bestand)
- IPA: /tə'rʌxkomə/, /trʌxkomə/
- te·rug·ko·men
- samenstelling van terug bw en komen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugkomen |
kwam terug |
teruggekomen |
klasse 4 | volledig |
terugkomen
- ergatief opnieuw naar een plaats komen waar men eerder geweest is
- Zij kwamen niet meer terug.
- ▸ Hij had in Mammoth Lakes tijdelijk de trail verlaten om zijn vriendin een weekje op te zoeken, maar was kennelijk niet meer teruggekomen. Het off-trail-leven trekt kennelijk harder aan je dan je zou denken.[1]
- ergatief ~ op/van: een eerder gemaakte afspraak, genomen beslissing of overeengekomen regel weer ongedaan maken
- Daar zijn ze helemaal op teruggekomen.
- ergatief ~ op: een al eerder besproken onderwerp nog eens opnieuw aankaarten
- Ik wil nog eens terugkomen op de migratie.
- weer optreden van iets dat verdwenen was
- ▸ Angst is heel krachtig als deze je normale vertrouwen ondermijnt en kan op elk moment terugkomen in de vorm van een paniekaanval.[1]
1. opnieuw naar een plaats komen waar men eerder geweest is
- Het woord terugkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "terugkomen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ 1,0 1,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be