terugdringing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·drin·ging
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van terugdringen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terugdringing | terugdringingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de terugdringing v
- het verminderen van iets dat wijdverbreid is
- ▸ Het kabinet haalt op een aantal gebieden te weinig uit de huidige coronacrisis. Dat vindt Oxfam Novib. Volgens de hulporganisatie is deze crisis uitermate geschikt om een omslag af te dwingen naar een duurzamere economie, terugdringing van belastingontwijking en daarmee het tegengaan van de extreme ongelijkheid.[1]
- ▸ Dat meer mensen thuiswerken heeft ook gevolgen voor de vraag naar olie. In de de nieuwste aflevering van podcast POEN gaat het over blijvende veranderingen door de coronacrisis. Wat betekent die andere manier van werken en leven voor de olie-industrie? En leidt de crisis tot een snellere terugdringing van contant geld?[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord terugdringing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hulporganisatie Oxfam Novib: kabinet laat kans op omslag liggen” (20 mei 2020), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Provider VodafoneZiggo laat medewerkers ook na pandemie meer thuiswerken” (27/10/2020), NOS