Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ter·ra·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bak met reptielen, planten e.d.’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • afgeleid van het Latijnse terra (aarde) met het achtervoegsel -arium [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord terrarium terraria
terrariums
verkleinwoord terrariumpje terrariumpjes

Zelfstandig naamwoord

het terrariumo

  1. vivarium, bak om reptielen en amfibieën te houden
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

enkelvoud meervoud
terrarium terrariums

Zelfstandig naamwoord

terrarium

  1. terrarium


Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  terrarium     le terrarium     terrariums     les terrariums  

Zelfstandig naamwoord

terrarium m

  1. terrarium