tenietging
- Geluid: tenietging (hulp, bestand)
- te·niet·ging
vervoeging van |
---|
tenietgaan |
tenietging
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van tenietgaan
- ... dat ik tenietging.
- ... dat jij tenietging.
- ... dat hij, zij, het tenietging.
- ... dat ik tenietging.
- Het woord tenietging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.