tempobeul
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tem·po·beul
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tempo en beul [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tempobeul | tempobeulen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de tempobeul m
- (sport) sporter die gedurende lange tijd een hoog tempo kan volhouden en zo zijn tegenstanders kan uitputten
Gangbaarheid
- Het woord tempobeul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.