Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·leur

Bijwoord

teleur

  1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord: in negatieve zin verrast

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be