telefoonverbinding

  • te·le·foon·ver·bin·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord telefoonverbinding telefoonverbindingen
verkleinwoord

de telefoonverbindingv

  1. verbinding tussen twee plaatsen met een telefoonlijn
     De telefoonverbinding was hersteld.[2]
     Publiek is niet welkom bij deze zittingen, die ook zoveel mogelijk via een video- of telefoonverbinding worden gehouden. Als mensen echt in persoon aanwezig moeten zijn, zullen "passende maatregelen worden getroffen".[3]
  2. de keer dat men contact heeft via de telefoon
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  3.   Weblink bron “Meeste rechtszaken opgeschort, alleen urgente zaken gaan nog door” (15-03-2020), NOS