Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·stroom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenstroom tegenstromen
verkleinwoord tegenstroompje tegenstroompjes

Zelfstandig naamwoord

de tegenstroomm

  1. stroom die zich voortbeweegt in tegengestelde richting dan die waarin men zich beweegt
  2. (techniek) stroom van een vloeistof of een gas in omgekeerde richting dan die van een andere
  3. (cultuur) beweging die gericht is tegen een reeds eerder bestaande beweging
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen