• te·gen·ste·ken

tegensteken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tegensteken
stak tegen
tegengestoken
klasse 4 volledig
  1. opwekken van afkeer
    • ‘Het is een heel sterke speech’, zegt Gaea Schoeters, die de tekst als rode draad in het theaterstuk Het Kanaal verwerkte. ‘Het is een uitstekende retorische truc om de rollen om te keren. Shakespeare laat Thomas More de woedende burgers aanspreken op de gelijkenis. Hij benadrukt dat elke burger een vluchteling kan zijn, als de omstandigheden tegensteken. Dat is wat we nu ook zien. Ze zijn vaak hoogopgeleid, hadden werk: de Syrische vluchtelingen lijken meer op ons dan we willen weten.’ [1] 
    • Volgt, als we steeds weer te horen krijgen dat we niet goed genoeg bezig zijn, maar hooguit wat minder slecht dan vroeger, uiteindelijk niet de onverschilligheid? De klimaatmartelaar uithangen gaat op den duur zelfs de meest gemotiveerde burger tegensteken, en daar schieten de ijsberen op hun smeltende ijsschotsen ook niks mee op. [2] 
    • Vergeleken met de andere boxen viel dit aanbod licht uit. Twee van de drie maaltijden hadden brood als een van de hoofdingrediënten, wat niet ideaal is als je ze als avondmaal wilt maken nadat je ’s middags al een broodmaaltijd gegeten hebt. Twee van de drie maaltijden haalden hun smaak uit een potje pesto: een truc die op de duur wat gaat tegensteken. Nog zo’n wat makkelijke oplossing: elk gerecht op smaak brengen met geraspte kaas. Op vindingrijkheid scoort Hello Fresh verbazend slecht – zo’n grote speler zou toch aan betere recepten moeten raken. [3] 
57 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]