Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tegenheidv

  1. de mate waarin iemand ergens tegen is
Synoniemen

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be