Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • teel·grond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord teelgrond
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de teelgrondm

  1. grond waarop men gewassen mag en kan laten groeien
    • Milieuschade van verontreinigde baggerspecie wordt in Nederland rechttoe rechtaan beoordeeld: hoe meer viezigheid er in zit, des te giftiger het is. En dus hanteert Rijkswaterstaat sinds de jaren tachtig milieunormen die strenger zijn naarmate het gemeten totaalgehalte aan zware metalen hoger is. Schone baggerspecie ‘klasse 0’ mag zonder beperkingen worden hergebruikt als teelgrond of ophoogmateriaal, het meest verontreinigde ‘klasse 4’-materiaal moet tot in lengte van dagen buiten het watersysteem worden opgeborgen in depots zoals de Slufter in Rotterdam of IJsseloog in het Ketelmeer. [2] 
  2. gebied dat men voor de landbouw kan gebruiken
    • Wat betreft de teelgronden en de weiden, daalde in beide gevallen de verkoop van het aantal percelen. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen