Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taxi·wet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taxiwet taxiwetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de taxiwetv / m

  1. wetgeving betreffende het individuele openbare vervoer; deel van de Wet Personenvervoer 2000
    • Volgens het Economische Bureau van ING viel met name de groei van het aantal starters in de transportsector op. Het aantal ingeschreven taxichauffeurs vervijfvoudigde bijna. Deze stijging loopt volgens de bank hand in hand met de vereenvoudiging van de taxiwet sinds 1 januari en de toenemende populariteit van het digitale taxibedrijf Uber, dat met zelfstandige ondernemers werkt. [1] 
    • De groei heeft grotendeels te maken met taxi-apps als Uber die taxichauffeurs en klanten direct met elkaar verbinden. Ook werd begin 2016 de taxiwet versoepeld. De stijging van het aantal bedrijven is bovendien vrijwel volledig te danken aan bedrijven waar slechts een chauffeur werkt. Eenmansbedrijfjes vormen inmiddels 83 procent van alle taxi-ondernemingen. Dat was tien jaar geleden nog minder dan twee derde. [2] 

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen