Nederlands

 
[1] taxameter
Uitspraak
Woordafbreking
  • taxa·me·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taxameter taxameters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de taxameterm

  1. een meter die zit in een taxi en laat zien hoeveel men voor de taxirit moet betalen
     Wel werden er bekeuringen uitgedeeld voor het ontbreken van of het niet volledig of correct invullen van de werkmap, rijden zonder chauffeurspas, een niet goed ingevulde rittenstaat, een verlopen ijkrapport voor de taxameter, onverzekerd rijden en een verlopen apk.[3]
     Volgens de Inspectie Leefomgeving en Transport, die toezicht houdt op veiligheid en legaliteit van het taxivervoer, wordt de dienst uberPOP door de nieuwe eisen aan de chauffeurs niet legaal. De wet stelt namelijk niet alleen normen voor de chauffeurs, maar ook voor de auto's die voor taxidiensten worden gebruikt. Zo moet het voertuig beschikken over een zogeheten taxameter en een blauwe kentekenplaat.[4]
  2. afstandmeter aan een voertuig
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

43 % van de Nederlanders;
25 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. taxameter op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Taxichauffeurs hebben zaken netjes op orde” (23-03-2009), Tubantia
  4.   Weblink bron “UberPOP 'wil overheid tegemoetkomen'” (29 apr. 2015), De Telegraaf
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be