Nederlands

 
1. plaats waar men benzine of diesel kan tanken
Uitspraak
Woordafbreking
  • tank·sta·ti·on
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tankstation tankstations
verkleinwoord tankstationnetje tankstationnetjes

Zelfstandig naamwoord

het tankstationo

  1. plaats waar men benzine of diesel kan tanken
    • Bij veel tankstations zijn de benzineprijzen behoorlijk omhoog gegaan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be