vervoeging van
tallar

tallaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van tallar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van tallar
vervoeging van
tallarse

tallaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van tallarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van tallarse