Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·baks·oogst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tabaksoogst tabaksoogsten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de tabaksoogstm

  1. het oogsten van de tabaksbladeren
  2. opbrengst aan tabak (van een bepaald gewas of een bepaald jaar)

Gangbaarheid